Bij de verkoop van een bedrijf heeft de verkoper een mededelingsplicht; hij moet informatie verschaffen over de onderneming. Waar deze mededelingsplicht ‘stopt’, moet de koper zelf onderzoek doen. De koper heeft een onderzoeksplicht – hij moet onderzoeken wát hij koopt – en verricht een financieel en juridisch due diligence onderzoek. Aan de hand van de resultaten van dat onderzoek wordt overigens zelden de prijs aangepast. Veel vaker worden garanties verruimd en aangescherpt.
Uitgangspunt is dat de mededelingsplicht van de verkoper prevaleert boven de onderzoeksplicht van de koper. Een verkoper kan niet stellen dat de koper onvoldoende due diligence onderzoek heeft gedaan als hij zelf informatie had moeten geven, alhoewel het gerechtshof in Amsterdam in een geschil tussen koper en verkoper heeft bepaald, dat juist vanwege een uitgebreid due diligence onderzoek op de verkoper geen verdere mededelingsplicht meer rustte. Een (al te) omvangrijk due diligence onderzoek kan onder omstandigheden dus ook de koper benadelen.
Echter, niet alleen de koper moet onderzoek doen naar de onderneming die hij wil kopen; de verkoper moet ook onderzoek doen naar (de persoon van) de koper. Wie is de koper en wat wil hij met de onderneming? Is er een waarborg voor continuïteit of wil de verkoper het bedrijf ontmantelen?
De rechtbank Oost-Brabant oordeelde dat een bestuurder, tevens enig aandeelhouder van een vennootschap, aansprakelijk was voor de schade die crediteuren leden, omdat hij als verkoper van die vennootschap onvoldoende onderzoek had gedaan naar de koper van die vennootschap. De koper verkocht de onderneming direct aan een derde, die geen verhaal bood, waarop een van de crediteuren de verkoper, met succes, aansprakelijk stelde.
Een bestuurder is aansprakelijk voor de benadeling van crediteuren van de vennootschap waarvan hij bestuurder is, indien hij heeft bewerkstelligd of heeft toegestaan dat de vennootschap haar contractuele verplichtingen niet nakomt en de vorderingen van deze crediteuren daardoor niet kunnen worden geïncasseerd. Voorwaarde is wel dat de bestuurder “een voldoende ernstig verwijt kan worden gemaakt”.
In dit geval was de koper een handelaar in (schuld) BV’s die betrokken was geweest bij diverse faillissementen. De verkoper had geen onderzoek verricht naar de koper, terwijl de informatie over de betrokkenheid bij diverse faillissementen gemakkelijk was te achterhalen. Door een dergelijk onderzoek na te laten, aldus de rechtbank, was de verkoper te verwijten dat de vennootschap niet aan haar verplichtingen jegens de crediteuren heeft voldaan. De verkoper was daarom aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap.
Niet alleen een koper, maar ook een verkoper moet bij een bedrijfsovername voldoende onderzoek doen.