Home Actueel Archief De hoogte van de billijke vergoeding: is er al een lijn in de rechtspraak te ontdekken?

De hoogte van de billijke vergoeding: is er al een lijn in de rechtspraak te ontdekken?

Archief
18-04-16

Sinds inwerkingtreding van de WWZ kan de rechter in geval van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever een extra vergoeding bovenop de transitievergoeding toekennen aan een werknemer.

Met betrekking tot de hoogte van deze vergoeding zijn geen wettelijke criteria. Tot nu toe is er nog geen lijn in de rechtspraak te ontdekken ten aanzien van de berekening van de hoogte van de billijke vergoeding. Wel kan worden geconcludeerd dat de toegekende vergoedingen lager uitvallen dan aanvankelijk werd gedacht en dat de hoogte van de tot nu toe toegekende billijke vergoeding in verhouding tot de oude vergoedingen – berekend aan de hand van kantonrechtersformule – relatief laag zijn.

Wetsgeschiedenis over de billijke vergoeding

In de wetgeschiedenis is opgenomen dat het aan de rechter is om de hoogte van de billijke vergoeding te bepalen. De hoogte daarvan moet in relatie staan tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever. Rechters hebben de mogelijkheid om de hoogte van de vergoeding te bepalen op een wijze die aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. Dit betekent dat criteria als loon en lengte van het dienstverband die vroeger onderdeel uitmaakte van de kantonrechtersformule hierbij geen rol hoeven te spelen. Daarnaast kan in deze ‘extra’ vergoeding niet tot uitdrukking komen of het ontslag redelijk is mede in het licht van de gevolgen van het ontslag voor de werknemer en de door de werkgever getroffen voorzieningen om deze gevolgen te ondervangen, omdat dit al is inbegrepen in de transitievergoeding.

Rechters tot nu toe over de billijke vergoeding

Hoe hebben rechters tot nu toe geoordeeld? Sinds 1 juli 2015 zijn er diverse zaken gepubliceerd waarin een billijke vergoeding werd toegekend. Uit de uitspraken waarin de hoogte van de billijke vergoeding (enigszins) is gemotiveerd blijkt dat de volgende concrete omstandigheden een rol hebben gespeeld bij bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding: 

Ondanks dat de wetgever heeft aangegeven dat loon en lengte van het dienstverband alsmede de gevolgen van het ontslag voor een werknemer (zoals kansen op de arbeidsmarkt, verlies aan inkomsten en het ontbreken van een aanspraak op transitievergoeding) niet meegewogen hoeven te worden in bepaling van de hoogte van de vergoeding, heeft een aantal rechters dit wel gedaan.

Duidelijk is ook geworden dat rechters de kantonrechtersformule niet als uitgangspunt nemen voor berekening van de billijke vergoeding.

Hoogte vergoedingen tot nu toe 

Indien de gepubliceerde uitspraken worden geanalyseerd blijkt dat de gemiddelde billijke vergoeding vaak ongeveer twee á drie keer de transitievergoeding is met uitschieters naar boven en naar beneden. Dit lijkt veel. Echter, in verhouding tot de vergoeding die werknemers voor inwerkingtreding van de WWZ kregen – toen de kantonrechtersformule nog werd gehanteerd – zijn de tot nu toe toegekende vergoedingen relatief laag. Onder werknemersadvocaten en -juristen wordt er dan ook teleurgesteld gereageerd op de hoogte van de tot nu toe toegekende billijke vergoedingen. De hoogte van de vergoedingen zouden onvoldoende afschrikwekkend werken voor werkgevers.

Conclusie

Een vast uitgangspunt wordt door de rechters bij berekening van de hoogte van de billijke vergoeding (nog) niet gehanteerd. Wel kan worden geconcludeerd dat de vergoedingen tot nu toe lager uitvallen dan aanvankelijk werd verwacht en dat deze relatief laag zijn in vergelijking met de vroegere vergoeding berekend aan de hand van de kantonrechtersformule.

Voor meer informatie kunt u terecht bij onze Praktijkgroep Arbeidsrecht.

 

Deel dit artikel