Novadia, een detacheerder in de financiële sector, dacht de zaakjes goed geregeld te hebben. In de arbeidsovereenkomst met haar werknemer was een concurrentiebeding opgenomen waarin het de werknemer onder meer verboden werd ‘…binnen een tijdvak van zes maanden na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst op welke wijze dan ook, in Nederland werkzaam te zijn bij een onderneming die gelijk, gelijksoortig of aanverwant is aan die van werkgever.’ Overtreding van het beding zou een boete opleveren.
De werknemer werd vanaf 2014 aan Achmea gedetacheerd. Op 1 april 2018 stapte hij over naar FTE. Novadia was van mening dat de werknemer het concurrentiebeding had geschonden en eiste daarom in kort geding dat de rechter de werknemer zou verbieden om met onmiddellijke ingang tot en met 30 september 2018 bij FTE te werken, op straffe van een dwangsom van € 5.000 per dag. De werknemer voerde aan dat FTE helemaal geen concurrent is: Novadia richt zich hoofdzakelijk op het detacheren van starters in de financiële sector en FTE richt zich op het detacheren van professionals in de financiële sector, echt iets totaal anders dus, volgens G.
Volgens de werknemer valt zo’n groot aantal bedrijven onder het concurrentiebeding dat Novadia geen enkel redelijk belang meer heeft bij handhaving van het beding. De kennis die de werknemer bij Novadia heeft opgedaan zou niet exclusief zijn en hij kende geen bedrijfsgeheimen, zodat ook daarin geen grond voor beperking kan zijn gelegen. Het grondrecht op vrije arbeidskeuze moet daarom prevaleren, aldus de werknemer. Hij zou door het concurrentiebeding onbillijk benadeeld worden en trouwens: twee oud-collega’s waren al eerder overgestapt naar FTE.
De rechter stelt, om tot een oordeel te komen, een aantal elementen aan de orde.
Is FTE een concurrent?
Beide ondernemingen detacheren hun werknemers in de financiële sector en ze hebben dezelfde klanten. Bovendien detacheren beide ondernemingen werknemers bij klanten in de pensioentak. FTE is dan ook volgens de rechter, wel degelijk een concurrent van Novadia.
Wordt de werknemer onbillijk benadeeld?
De werknemer voert aan dat zijn vrije arbeidskeuze meer wordt beperkt dan nodig is, doordat uit het concurrentiebeding niet blijkt welke bedrijven wel en welke bedrijven niet onder het concurrentiebeding vallen. Onzin, aldus Novadia: uit het concurrentiebeding blijkt dat de werknemer overal kan gaan werken, behalve bij een andere detacheerder in de pensioentak. En de directeur had de werknemer nog expliciet gewaarschuwd: FTE is een concurrent. De rechter vindt ook dat de werknemer had moeten begrijpen dat hij aan het concurrentiebeding zou worden gehouden als hij bij FTE zou gaan werken. Het concurrentiebeding voor wat betreft het zoeken en vinden van mogelijke andere werkgevers is niet onredelijk beperkend, vindt de rechter. En Novadia mag precedentwerking tegengaan met behulp van het concurrentiebeding. Dat de werknemer er in positie op vooruit ging, vond de rechter in dit geval onvoldoende zwaarwegend om tot schorsing van het concurrentiebeding over te gaan. Hierbij nam de rechter in aanmerking dat hij zich eenvoudig liet benaderen door FTE door op LinkedIn aan te vinken dat recruiters hem mochten benaderen. De werknemer had niet aannemelijk gemaakt dat hij deze positieverbetering niet kon krijgen bij een andere werkgever, die niet concurrerend met Novadia is.
Daar tegenover stond dat Novadia niet voldoende had kunnen uitleggen waarom het concurrentiebeding zes maanden moest duren.
En zo kwam de rechter tot het eindoordeel dat het concurrentiebeding wel degelijk overtreden was, maar hij beperkte de duur ervan tot drie maanden. In die drie maanden mocht de werknemer wel bij FTE werken van de rechter, maar alleen op interne klussen en niet gedetacheerd bij een opdrachtgever.
Heeft u hulp nodig bij een glashelder concurrentiebeding? Neem gerust contact met ons op!