Home Actueel Vastgoed- en Bestuursrecht Buren smijten met modder en met dooie ratten

Buren smijten met modder en met dooie ratten

Vastgoed- en Bestuursrecht
26-04-18

De familie V. en hun buurman hebben al de nodige – soms letterlijk slaande – ruzies achter de rug, tot en met een gang naar de afdeling bestuursrecht van de Raad van State 2015. Maar na bijna 25 jaar is er nog geen oplossing voor het burenconflict. Meester Frank Visser neemt een kijkje.

Al sinds 1963 is de familie V. eigenaar van een perceel met huis, met bijgebouw en erf. Na dertig jaar krijgen ze een nieuwe buurman, die ogenblikkelijk begint met grootschalige ver- en uitbouwwerkzaamheden. Het perceel is sindsdien een bouwplaats, aan de straatkant afgezet met een bouwhek. De bouw ligt echter al sinds ongeveer 2004 feitelijk stil. Het huis is niet bewoonbaar en het erf is een puinhoop. Er lopen wat kippen en een enkele eend, die onderdak vinden in een kippenhok. De enige verbouwactiviteit die de nieuwe buurman nog onderneemt is de verbouw van hasj, op een hoekje van het erf. De buurman woont bij zijn ouders, maar hij is geregeld rondom zijn perceel te vinden.

De eerste grote ruzie ontstond in 2004, toen de familie V. bedenkingen uitte tegen een bouwplan van de buurman , waarna zij zelf overigens de grond op hun perceel een halve meter verhoogden en een garage en een serre aan hun huis bouwden. Na een gang naar de bestuursrechter van de Raad van State werd het conflict in het voordeel van de familie V. beslecht. Vervolgens heeft de familie V. via de gemeente bestuursdwang weten af te dwingen tegen de buurman wegens (onder meer) een onvoldoende staat van onderhoud van het open erf en terrein. Onder last van een dwangsom heeft de gemeente de buurman verplicht zijn terrein behoorlijk op te hogen, om  een einde te maken aan de drassigheid. Omdat de buurman daar niets aan deed, mocht hij 23.000 euro aftikken, maar de gemeente dwong hem overigens pas tot betaling van een maandelijks piepklein bedrag nadat de familie V. een bestuursrechter had ingeroepen die de buurman daar ook daadwerkelijk toe verplichtte. Kijk, zo maak je vrienden.

In 2012 kwam de voorzieningenrechter uit Haarlem er nog een keer aan te pas, met dezelfde uitspraak: ophogen of een dwangsom betalen. De dwangsom die de buurman daarmee aan de broek kreeg (want aan verhogen deed íe nog steeds niet), is overigens nog nooit geïncasseerd door de gemeente. Entree meester Frank Visser. De tv-jurist bracht een locatiebezoek, banjerde op zijn keurige kaplaarzen over het perceel, prikte wat in de grond, raadpleegde een aantal deskundigen en had al snel door hoe de vork aan de steel zat. Hij concludeerde dat het nooit meer goed zou komen tussen de buren en hij zag ook wel in dat een verbod om de buren te pesten geen einde zou maken aan intimidatie van de familie V. via het gooien met dode ratten, vuurwerk en rotte eieren. Hij legde de buurman dan ook een voortdurend gebiedsverbod op, gekoppeld aan een dusdanig hoge boete dat dit verbod wel voldoende indruk zou maken. Dat was zijn uitspraak en daar moesten de kijvende partijen het mee doen. Ze hadden ook niet veel keus, ze hadden een bindende adviesovereenkomst ondertekend, waarin onder meer was vermeld dat zij verklaren zich te neer te leggen bij het bindend advies van mr. Frank Visser.

Maar dat was buiten de boze buurman gerekend. Hij stapte naar de rechter om het bindend advies te laten vernietigen. De rechter kwam hem een klein stukje tegemoet: de buurman mocht wel het in het verbodsgebied gelegen gezondheidscentrum bezoeken, en de duur van het verbod werd beperkt tot de periode dat de familie V. op hun bekende adres zouden blijven wonen.

De boze buurman liet het er niet bij zitten en ging in hoger beroep. Een van zijn grieven was dat meester Frank Visser niet onafhankelijk en onpartijdig zou zijn, omdat hij een televisieprogramma maakte. Daar was de rechter het niet mee eens, net zo min trouwens als met al zijn andere grieven.

Alleen de beperking van de duur van het gebiedsverbod werd nog een puntje. De familie V. had op zich geen moeite met beperking van de duur, maar de huidige formulering verbond de duur uitdrukkelijk aan hen persoonlijk zou volgens hen uitlokken tot provocatief gedrag. Niet onwaarschijnlijk, want uit foto’s die de familie V. had meegenomen was op te maken dat de buurman minimaal 19 keer het gebiedsverbod had overtreden. Volgens de familie V. kwam hij zelfs elke dag langs. Omdat de dwangsom op overtreding 1.000 euro bedroeg, werd de buurman veroordeeld tot betaling van 19.000 euro aan de familie V. Het gebiedsverbod werd beperkt tot een duur van vijf jaar. Mocht de familie V. na die periode nog steeds last van de buurman hebben, dan konden ze altijd een nieuw gebiedsverbod aanvragen, volgens de rechter.

Wilt u een conflict over vastgoed niet uit de hand laten lopen? Neem dan contact met ons op!

Team Vastgoedrecht

Claudia Janssens

Deel dit artikel