Per 1 mei 2014 is de Ziektewet gewijzigd. Het doel van de wijzigingen was de instroom van zieke (ex-)werknemers in de WIA verder te beperken.
De wijzigingen betroffen maatregelen voor zowel werkgevers als voor uitkeringsgerechtigden. In november 2015 is er een rapportage van een onderzoek naar de effecten van de veranderingen uitgekomen. Hierover heeft minister Asscher zich in december 2015 uitgelaten. Gebleken is dat werkgevers over het algemeen onvoldoende op de hoogte zijn van de wijzigingen en de soms vergaande financiële consequenties daarvan voor hen.
Uit de rapportage blijkt dat de maatregelen die jegens werknemers zijn getroffen effectief lijken. Kort gezegd is bepaald dat een werknemer na één jaar in de Ziektewet te hebben gezeten meer en ander werk moet accepteren dan gedurende het eerste Ziektejaar. Dit heeft voor een uitstroom uit de Ziektewet gezorgd, zodat ook de instroom een jaar later in de WIA uiteraard omlaag is gegaan. Het beoogde doel is met deze maatregel dus bereikt. Wel kun je je afvragen of het neveneffect gewenst is. Uit de onderzoeksresultaten blijkt namelijk ook dat niet kan worden vastgesteld dat van deze uitgestroomde mensen een groot deel weer aan het werk is gekomen. De mensen die niet aan het werk zijn gekomen, zijn in een andere uitkering terecht gekomen.
Met betrekking tot de maatregelen die jegens werkgevers zijn getroffen, is het nog niet mogelijk gebleken om de ontstane gevolgen te toetsen. De reden hiervoor blijkt gelegen te zijn in het feit dat er nog onvoldoende tijd is verstreken om dit te meten.
Wat wel is gebleken is dat relatief veel werkgevers nog niet op de hoogte zijn van de wijzigingen die zijn doorgevoerd. Dit is opmerkelijk, nu de veranderingen voor deze werkgevers wel grote financiële consequenties kunnen hebben. Daarom zullen in het navolgende de maatregelen voor werkgevers nog een keer op een rij worden gezet:
Een werkgever dient over de door hem betaalde lonen Ziektewet-premie af te dragen. Deze premie bedraagt een bepaald percentage van het SV-loon. De veranderingen in de Ziektewet brengen met zich dat in bepaalde situaties dit te betalen percentage stijgt. Dit gebeurt als een werknemer ziek uit dienst gaat – bijvoorbeeld wanneer een contract voor bepaalde tijd niet wordt verlengd terwijl iemand ziek is – of wanneer een werknemer binnen 28 dagen na einde van zijn dienstverband alsnog ziek wordt en aanspraak maakt op een Ziektewet-uitkering. Op deze laatste situatie geldt een uitzondering op het moment dat de betreffende werknemer voorafgaand aan het moment waarop hij ziek werd een concreet recht op een WW-uitkering heeft gehad. Wanneer deze situaties zich voordoen, stijgt het percentage dat de werkgever aan premie moet betalen voor zolang de betreffende werknemer in de Ziektewet blijft. Ook de premie voor de WIA zal worden verhoogd wanneer de betreffende werknemer na 2 jaar Ziektewet aansluitend aanspraak kan maken op een WIA-uitkering. De werkgever betaalt dus niet de betaalde uitkering, maar in voorkomende gevallen veel meer omdat het om een percentage over het volledige loon gaat. Uit het voorgaande blijkt dat een werkgever nog gedurende 12 jaar financiële gevolgen kan ondervinden van een voormalige werknemer die ziek was of ziek wordt.
De omschreven regeling kent overigens verschillen per werkgever. Werkgevers die in 2014 een totale loonsom (SV-loon) hadden van minder dan € 319.000,- zijn van deze regeling uitgesloten. Voor werkgevers met een loonsom boven € 3.190.000,- per jaar, geldt dat hun gehele ZW-premie stijgt. Bij loonsommen tussen € 319.000,- en € 3.190.000,- per jaar, wordt een gedeelte van de premie verhoogd en een gedeelte niet. Naar mate de loonsom stijgt, stijgt het gedifferentieerde deel van de premie.
De conclusie die uit het voorgaande getrokken kan worden is dat een werkgever er verstandig aan doet om goed stil te staan bij de beslissing een arbeidsovereenkomst van een zieke werknemer wel of niet te verlengen. Verder is het raadzaam om erop toe te zien dat een werknemer die vertrekt, aansluitend aan zijn dienstverband een WW-uitkering aanvraagt. Op deze wijze kan voorkomen worden dat de premie stijgt en kunnen financiële lasten worden beperkt.