Nieuws
Nadat Ajax gisteren tegen degradatiekandidaat FC Volendam voor de zevende eredivisiewedstrijd op rij niet wist te winnen, werd (voormalig) coach Alfred Schreuder (samen met zijn assistent Matthias Kaltenbach) per direct op non-actief gesteld.
Voor de camera verklaarde algemeen directeur Edwin van der Sar dat sprake is van een pijnlijke, maar noodzakelijke beslissing. Kortom: het contract van Schreuder zal per direct worden beëindigd.
Afkoopsom
Zoals vrijwel alle trainers, had Schreuder een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Het contract van Schreuder liep tot en met 30 juni 2024. Ajax heeft de arbeidsovereenkomst gisterenavond dus voortijdig beëindigd. Het uitgangspunt is echter dat ook bij voortijdige beëindiging – als er dus geen gebruik meer wordt gemaakt van de diensten van de trainer – het salaris tot aan het einde van de oorspronkelijke looptijd van het contract (de “restloonwaarde”), gewoon moet worden betaald. Soms is er in het contract zelfs een afkoopsom opgenomen, die hoger is dan het totale salaris tot aan de einde van de looptijd van het contract. In plaats van de restloonwaarde moet dan deze afkoopsom worden betaald als de club eerder van de trainer af wil (en andersom ook als de trainer de club eerder wil verlaten). Dit is ook de reden dat trainers doorgaans niet uit zichzelf opstappen, hoe groot de druk ook is (vanuit bijvoorbeeld de supporters) om dat wel te doen.
Arbitragecommissie KNVB
Als Ajax de restloonwaarde of de afkoopsom niet wil betalen – of als Schreuder een hogere vergoeding zou willen – dan zal de Arbitragecommissie van de KNVB zich over deze kwestie moeten buigen. In de praktijk komt het niet vaak voor dat clubs of trainers zich in dit soort zaken tot de Arbitragecommissie wenden, omdat ze er vaak onderling wel uitkomen.
Voor de bepaling van de omvang van de te betalen vergoeding, neemt de Arbitragecommissie een aantal omstandigheden mee in haar beslissing, waaronder 1) de leeftijd van de trainer, 2) de resterende duur van de arbeidsovereenkomst, 3) of aan de trainer een verwijt kan worden gemaakt, 4) de hoogte van het inkomen, inclusief het variabele deel (zoals bonussen bij gewonnen wedstrijden en kampioenschappen) en 5) het feit dat de vergoeding op korte termijn en ineens wordt betaald (in plaats van periodiek gedurende de looptijd van de arbeidsovereenkomst).
Ook de Arbitragecommissie neemt tot uitgangspunt dat als de trainer geen verwijt valt te maken voor wat betreft de tussentijdse beëindiging, de volledige restloonwaarde of afkoopsom moet worden betaald. Andersom geldt echter ook: als de trainer wél een verwijt kan worden gemaakt, dan kan dat ook reden zijn voor matiging van de vergoeding. Zo oordeelde de Arbitragecommissie in 2018 dat Fortuna Sittard haar voormalig trainer Sunday Oliseh niet de restloonwaarde van dertien bruto maandsalarissen hoefde te betalen, maar matigde de Arbitragecommissie de vergoeding tot zo’n acht bruto maandsalarissen.
Tegenvallende resultaten
De vraag is dan natuurlijk of tegenvallende of ronduit slechte resultaten van de club, reden zijn voor matiging van de vergoeding, omdat de trainer een verwijt kan worden gemaakt van die negatieve resultaten (en dus van de voortijdige beëindiging van de arbeidsovereenkomst). Daarover lopen de meningen nogal uiteen. Negatieve resultaten van een club zijn nooit alleen te wijten aan een trainer, maar dat een trainer helemaal geen verwijt kan worden gemaakt, lijkt ook onwaarschijnlijk.
Vermoedelijk zullen Ajax en Schreuder er onderling wel uit weten te komen, maar als dat niet het geval is, zal het een ongetwijfeld interessante uitspraak van de Arbitragecommissie opleveren.
-
Archana Mahabiersing Advocaat Bekijk profiel
