Zeker in het huidige economische klimaat, komt het regelmatig voor dat werkgevers zich genoodzaakt zien hun personeelsbestand in te krimpen. Er wordt gereorganiseerd en helaas heeft dat tot gevolg dat er afscheid genomen dient te worden van werknemers. In dergelijke gevallen is het niet ongebruikelijk dat de werkgever aan de werknemer een ontslagvergoeding toekent. Deze is vaak afhankelijk van de duur van het dienstverband, de leeftijd van de werknemer en de mate waarin de werkgever in staat is om een vergoeding te betalen.
De werknemer die de ontslagvergoeding ontvangt, staat bij de besteding daarvan voor een keuze. Wil de werknemer de vergoeding meteen gebruiken en daarom dus meteen laten uitkeren, of wil hij deze ‘bewaren’ voor later? In dit laatste geval wordt de vergoeding aangewend als stamrecht. Dit betekent dat de werkgever de vergoeding rechtstreeks betaalt aan een stamrecht b.v., een verzekeraar of een (spaar)bank. In dergelijke gevallen is de werkgever vrijgesteld van het inhouden van belastingen en hoeft de werknemer de verschuldigde belastingen pas te betalen wanneer hij de vergoeding daadwerkelijk – al dan niet in termijnen – opneemt. Het voordeel van deze constructie is vooral gelegen in het feit dat de belastingdruk bij een latere of gespreide opname van de vergoeding door de werknemer vaak lager is dan wanneer de belasting door de werkgever in één keer moet worden ingehouden.
Het kabinet heeft in het kader van de Miljoenennota voor 2014 besloten dat de zogenaamde stamrechtvrijstelling, zijnde de mogelijkheid om de belastingbetaling over de vergoeding uit te stellen, af te schaffen. Deze afschaffing geldt voor alle vergoedingen die na 1 januari 2014 worden toegekend. Dit betekent dus dat de werkgever de belasting meteen moet inhouden en dat de werknemer niet meer de keuze heeft de belastingdruk te verlagen door spreiding of vertraging van de opname van de vergoeding.
Behalve de afschaffing van de vrijstelling, heeft het kabinet de mogelijkheid geboden om de belastingverplichting over bestaande stamrechten af te kopen. Mensen met een bestaand stamrecht kunnen dat gehele bedrag in 2014 ineens opnemen maar hoeven slechts over 80% van dat bedrag belasting af te dragen. Het resterende bedrag is vervolgens geheel netto besteedbaar.
Uiteraard zijn in de Miljoenennota slechts plannen beschreven. Het staat nog niet definitief vast dat een en ander ook daadwerkelijk zal gebeuren. Voorlopig doen werknemers die op dit moment met ontslag geconfronteerd worden er goed aan deze (mogelijke) afschaffing goed in het achterhoofd te houden. Bij de onderhandeling over ontslag en een ontslagvergoeding, is het raadzaam vast te leggen dat de einddatum van het dienstverband voor 1 januari 2014 is gelegen en dat de vergoeding niet later dan op 31 december 2013 betaald wordt. Doe je dat niet, dan is het risico van een verhoogde belastingdruk groot.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Praktijkgroep Arbeidsrecht van ons kantoor in de persoon van Nienke Klazinga.