Home Actueel Archief Afschaffen pensioen in eigen beheer voor de dga: bij scheiding beslist de ex-partner mee!

Afschaffen pensioen in eigen beheer voor de dga: bij scheiding beslist de ex-partner mee!

Archief
13-04-17

Vanaf 1 april 2017 kunnen directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) geen pensioen in eigen beheer (PEB) meer opbouwen. De opbouw van dit pensioen moet uiterlijk per 1 juli 2017 zijn stopgezet.

Wat zijn de alternatieven? Wat zijn de gevolgen van het afschaffen van pensioen in eigen beheer bij scheiding?

Pensioen in eigen beheer (PEB) is al jaren onderwerp van discussie. De boekhoudkundige voorziening op de balans leverde fiscaal voordeel op maar bleek voor uitvoeringsproblemen te zorgen. De lage rentestand van de afgelopen jaren veroorzaakte een steeds groter verschil tussen de fiscale waarde en de (hogere) commerciële waarde van de pensioenvoorziening. De werkelijke opbouw van pensioen liep daardoor uit de pas bij de voorziening op de balans. Bovendien moest bij de uitkeringstoets niet de fiscale maar de commerciële waarde worden genomen. Door de krimp van het eigen vermogen kon soms minder of geen dividend worden uitgekeerd (‘dividendklem’). Reden om het pensioen van de dga aan nieuwe regelgeving te onderwerpen.

Andere vormen van pensioen

Voor de nieuwe wet is het niet relevant of het pensioen van de dga wel of niet is ingegaan. De wet geldt voor alle dga’s. Zij hebben tot 1 juli 2017 de tijd om hun pensioen premievrij te maken om zo de opbouw te stoppen. Vervolgens kan de pensioenverplichting worden:

Bij handhaven (met staking van de opbouw) blijft de dividendklem bestaan. Daarom zullen naar verwachting veel dga’s kiezen voor afkoop of omzetting. De keuze moet in 2017, 2018 of 2019 worden gerealiseerd. Voor afkoop is kapitaal nodig. De huidige voorziening wordt afgekocht tegen de fiscale (dus lage) waarde. Hiervan blijft in 2017 34,5%, in 2018 25% en in 2019 19% buiten de belastingheffing.  Is er niet voldoende kapitaal of wil de dga niet afkopen, dan kan de PEB worden omgevormd naar een oudedagsverplichting, eveneens tegen de fiscale waarde. Met een oudedagsverplichting wordt gespaard: de verplichting wordt jaarlijks opgerent tegen een vooraf vastgestelde marktrente. Als de dga met pensioen gaat, wordt de oudedagsverplichting omgezet in een lijfrente met een looptijd van tenminste 20 jaar.

Vereiste

Zowel de partner als de ex-partner van de dga moet uitdrukkelijk toestemming geven voor afkoop of omzetting. Hun rechten ten aanzien van partner- en ouderdomspensioen worden hiermee beschermd. Immers, door afwaarderen van de voorziening verminderen deze rechten. Wil de partner niet meewerken, dan kan de dga het pensioen alleen premievrij in eigen beheer handhaven. Het toestemmingsvereiste beperkt dus de beslissingsvrijheid van de dga. Weigeren van toestemming houdt uiteraard verband met financieel nadeel. Er kan echter worden afgesproken dat de partner wordt gecompenseerd. Bijvoorbeeld door zijn/haar aanspraken onder te brengen bij een externe verzekeraar. Een goede regeling kan een mogelijke weigering voorkomen. 

Gevolgen bij scheiding

Door het vervallen of verlagen van de pensioenvoorziening, stijgt de waarde van de aandelen van de bv. Als partijen in gemeenschap van goederen zijn gehuwd, dan is er daardoor bij scheiding mogelijk meer om te verdelen. Als er huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt, hangt het af van wat partijen hierin hebben afgesproken. Een hogere waarde van de aandelen kan overigens van invloed zijn op het inkomen van de dga en daardoor op de alimentatie.

Tot op heden valt de oudedagsverplichting nog niet onder de reikwijdte van de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding. Bij scheiding heeft de ex-partner daardoor niet vanzelfsprekend aanspraak op de helft van de tijdens het huwelijk gespaarde voorziening. Wel valt de oudedagsverplichting in de gemeenschap van goederen, zodat de voorziening bij scheiding moet worden verdeeld. Als er huwelijkse voorwaarden zijn gemaakt, hangt dat af van wat partijen hebben afgesproken.

Conclusie

De gevolgen van de nieuwe wet zijn in theorie bekend. Wat het betekent voor de praktijk moet nog blijken. In ieder geval is het belangrijk dat de dga en zijn of haar partner zich goed moeten laten voorlichten over de te maken keuzes. Bij echtscheiding geldt dat een beoordeling moet worden gemaakt over pensioenrechten en aanspraken. 

Meer weten over echtscheiding en ondernemers? Neem gerust contact met ons op.

 

Deel dit artikel