Home Actueel Archief Aansprakelijkheid voor schade aangericht door paard (1/3)

Aansprakelijkheid voor schade aangericht door paard (1/3)

Archief
07-02-14

Op 20 januari 2014 liepen er drie paarden los over het treinspoor, waardoor noodgedwongen het gehele treinverkeer op het traject tussen Roosendaal en Vlissingen stil kwam te liggen. Dat er in dit geval schade is ontstaan, is duidelijk. Minder duidelijk is echter wie de daaruit voortvloeiende schade moet betalen. Wie is aansprakelijk voor schade die paarden in het dagelijks verkeer veroorzaken?

 

Het antwoord op deze vraag zal verdeeld over drie artikelen worden besproken, die in de aankomende weken op de website worden gepubliceerd. In dit eerste artikel wordt er ingegaan op de aansprakelijkheid voor de eigenaar van het paard. In het tweede artikel zal het onderwerp “de aansprakelijkheid van een manege/handelsstal” worden besproken. Ten slotte zal in het laatste artikel de onrechtmatige daad de revue passeren.  

 

Vooropgesteld dient te worden dat paarden op een treinspoor geen alledaagse praktijken zijn. Eerder kan worden gedacht aan paarden die door een onverwachtse trap iemand verwonden of ruiters die gewond raken door een val van een paard dat schrok van een passerende auto. Dit zijn ongevallen die binnen de paardensport niet ongebruikelijk zijn. Dit risico komt voort uit het feit dat paarden levende wezens zijn met eigen gedragingen, waaraan een onberekenbaar element is verbonden. Om bescherming te bieden aan het onberekenbare element van paarden, hun eigen energie en het daaruit voortvloeiende gevaar, zijn er binnen het Nederlands recht drie verschillende aansprakelijkheidsgronden, waaronder de aansprakelijkheid voor de eigenaar.

 

Aansprakelijkheid eigenaar; artikel 6:179 BW

 

Binnen het Nederlands recht is in beginsel de eigenaar/bezitter van het dier (verder wordt in het artikel uitgegaan van het paard) aansprakelijk voor alle schade die door het paard wordt veroorzaakt. Hierbij wordt er uitgegaan van de situatie dat het paard schade heeft veroorzaakt, doordat het paard handelde uit eigen beweging en energie. In dit kader kan worden gedacht aan onder andere de volgende situaties: een paard bokt in de wei en vernielt het hekwerk van de stalhouder, een paard blesseert een ander paard door een trap of een ruiter rijdt op het paard van de buurman en komt lelijk ten val.

 

De aansprakelijkheid voor de eigenaar gaat ervan uit dat het paard uit eigen beweging handelde en de eigenaar het paard niet in zijn macht had. Dit spreekt voor zichzelf, aangezien een eigenaar er (in het overgrote deel van de gevallen) niet voor kiest om zijn paard de opdracht te geven om schade aan te richten. Toch zijn er uitzonderingen te bedenken, waarin een paard schade aanricht die ook zou zijn aangericht als de eigenaar het paard wel in zijn macht had. Als er sprake is van zo een geval, kan de aansprakelijkheid van de eigenaar komen te vervallen, waarover hierna meer.

 

Voor nu gaan wij uit van de situatie dat het paard uit eigen beweging handelde (hiervan is in het overgrote gedeelte van de schadegevallen sprake). In deze situatie kan de eigenaar aansprakelijk zijn voor de schade op basis van artikel 6:179 BW. Om dit artikel toe te passen moet er aan twee vereisten worden voldaan, namelijk:

  1. degene die wordt aangesproken voor de schade is de eigenaar van het paard en;
  2. er staat vast dat het paard van de eigenaar de schade heeft aangericht.

 

Uit deze vereisten blijkt dat er van aansprakelijkheid van de eigenaar snel sprake is. Dit blijkt ook uit het feit dat in een discussie over de aansprakelijkheid niet van belang is of het gedrag van het paard relatief onschuldig of voorzienbaar was. Door de eigenaar wordt in een aansprakelijkheidsprocedure vaak naar voren gebracht dat het voorzienbaar en onschuldig was, omdat men wel te maken heeft met een levend wezen en niet met een door mensen bestuurde machine. Dit argument maakt geen verschil in de discussie over de aansprakelijkheid. De eigenaar is in principe alsnog aansprakelijk. Dat het gedrag voorzienbaar of onschuldig was kan wel van belang zijn wanneer er wordt bepaald of er sprake is van eigen schuld van het eventuele “slachtoffer”. Zo kan worden afgevraagd of een ruiter die met een jong en onervaren paard een drukke weg oversteekt, had moeten weten dat het te verwachten was dat het paard zou schrikken, waardoor er schade ontstaat. Deze discussie wordt pas van belang voor de verdeling van de schade. In dit artikel zal hier niet verder op in worden gegaan.

 

Uitzondering

 

In uitzonderlijke gevallen wordt afgeweken van de aansprakelijkheid van de eigenaar, namelijk doordat er een beroep wordt gedaan op de “tenzij”-clausule uit artikel 6:179 BW. De eigenaar doet in dit geval een beroep op de uitzondering op aansprakelijkheid door te stellen dat, als hij het paard wel in zijn macht had gehad er geen sprake zou zijn geweest van een onrechtmatige daad. Dit verdient enige toelichting.

 

Als een paard in de macht is van de eigenaar en het paard wordt gebruikt als instrument, doordat het instructies krijgt van zijn eigenaar, dan wordt de eigenaar of degene die het paard leidt als de verantwoordelijke en uitvoerende partij aangemerkt. Het paard is dan wel de veroorzaker van de schade, maar niet de verantwoordelijke partij. De schade komt dan voort uit het direct handelen van de eigenaar/leider. De eigenaar/leider kan zich in dit soort gevallen schuldig maken aan een onrechtmatige daad op basis waarvan hij/zij persoonlijk aansprakelijk is voor de schade.

 

Op de uitzonderingssituatie van artikel 6:179 BW kan een beroep worden gedaan als er hypothetisch kan worden gesteld dat:

  1. de eigenaar/leider de macht over het paard had en;
  2. het gedrag dat hieruit volgde geen onrechtmatige daad was.

 

Kortom, als de eigenaar wel de macht over het paard had gehad en hij toestond dat het paard bijvoorbeeld hard weggaloppeerde om een ongeval met een auto te vermijden, kan worden gesteld dat er geen sprake is van een onrechtmatige daad. Er wordt dan gezegd, dat men rechtmatig heeft gehandeld. Het rechtmatige handelen, waaruit wel schade is voortgekomen, zorgt ervoor dat de aansprakelijkheid ontbreekt. Deze “tenzij”-clausule komt in de aansprakelijkheid bij paarden niet vaak voor.

 

Wel komt het vaker voor dat de eigenaar/leider de macht had over het paard en hij/zij onrechtmatige instructies aan het paard heeft gegeven. Door deze instructies heeft het paard schade aangericht. In deze gevallen kan de eigenaar/leider aangesproken worden op basis van de aansprakelijkheid uit hoofde van onrechtmatige daad en niet op basis van de aansprakelijkheid als eigenaar. Dit onderdeel zal in het laatste artikel van de serie worden besproken.

 

Resumerend

 

Voor de aansprakelijk van de eigenaar is het wel noodzakelijk dat vast komt te staan dat het paard handelde uit eigen energie en beweging. Indien dit het geval is, dan kan de eigenaar aansprakelijk zijn voor de schade die het paard heeft veroorzaakt. Toch zijn er ook gevallen te bedenken, waarbij iemand anders dan de eigenaar op moet draaien voor de schade. Deze gevallen worden in de aankomende weken nader toegelicht.

 

Wilt u meer informatie over hippisch recht, dan kunt u contact opnemen met Monica Kossen via telefoonnummer 023-5125025 of via e-mail kossen@kadv.nl.

Deel dit artikel